Opkomende ziekte : De longworm
Onze honden genieten van de buitenwereld en van lange wandelingen ! Ook houden ze van gras op te eten en soms zelfs slakachtigen en kikkers!!!
Slakken doen niet alleen kwaad aan onze moestuin, maar kunnen ook besmet zijn met de longworm (alias Angiostrongylus)!! Deze ziekte komt steeds frequenter voor in België, maar is nog steeds onder-gediagnosticeerd. Vossen zijn een wild reservoir voor deze longwormen, die daardoor onderhouden blijven in ons land.
Om zijn cyclus te voltooien, heeft deze worm 2 gastheren nodig: zowel slakachtigen als de hond. In de slak zal deze parasiet ontwikkelen tot larvaal stadium. Larven bevinden zich in de slak, maar ook in het speeksel van de slak en in de mucus die slakken achter zich laten. Dit betekent dat de hond niet noodzakelijk slakken hoeft op te eten om zich te infecteren, maar dat de opname van gras of bladeren al genoeg is om larven binnen te krijgen. Deze larven gaan zich ontwikkelen tot de adulte worm in de hond (dit duurt 6 à 8 weken): de volwassene worm zal migreren naar haar lievelingsplek: het hart.
Eens dat de worm in de bloedbaan is, kan ze overal naartoe, en gaat vooral naar de longen gaan waar ze respiratoire klachten kan veroorzaken, zoals hoest en inspanningsintolerantie.
Andere symptomen zijn bijvoorbeeld bloedingen en hematomen of soms zelf plotse dood! Als deze ziekte op tijd wordt aangepakt, is de prognose zeer goed. De honden herstellen volledig.
Kunnen we iets preventiefs doen? Ja! Je hond ontwormen op regelmatige basis (Elke maand in de zomer en elke 3 maand in de winter) om deze infectie te voorkomen. Dit is nog belangrijker in de gebieden waar er veel slakken zijn: dus bij ons, in peri-urbane gebieden!